Hier raast niet de wind, maar
De leegte door een eenmanshuis

Hier kraken niet de treden van
De trap, maar vermoeide benen
Bij elke volgende stap naar boven

Hier zijn geen kaarsen om te doven
Er is geen bank om te slijten
Geen hoeken om in te schuilen
Geen lakens om te verslijten

Geen persoon om tegen te
Schreeuwen hoe alleen je bent

Dat je het bloed in je aderen kent
Dat je kijkt met kale, starende ogen

Dat je het tikken van de klok
Hoort zelfs al is deze stilgevallen

Niemand om toe te geven
Dat je fout zat

Dat het niet de klok was die stil viel
Dat het je hart was

No comments :

Post a Comment