02

Wat is geluk?
Geluk is lange nachten samen, iemand die zich in zijn slaap tegen zich aan drukt in een stevige omhelzing. Het gevoel van nooit meer alleen zijn en nooit meer iets anders willen. Een gevoel van tevredenheid als je ’s ochtends wakker wordt wanneer de zon opkomt tussen de wolken en alles tot een droom maakt. Het water van de douche horen lopen, jezelf nog eens omdraaien. Thee. Die eerste voorzichtige aanraking en dan meer willen. Verliefdheid. Zoveel kriebels en een idiote glimlach, zo erg dat het mensen opvalt. ‘Wat ben je vrolijk.’ Geluk is samen delen, je lijf en je gedachten, je littekens en je schrammen. Hoe je viel en telkens weer opstond, je jezelf uit de diepten hees en er iedere keer weer bovenop kwam. Eeuwige gesprekken tot diep in de nacht ook al ben je niet bij elkaar, zoveel woorden die je zo diep lijken te raken dat het toch is alsof diegene ze in je oor fluistert. Geluk is vertrouwen, of simpelweg vergeten dat andere mensen roet in het eten willen gooien. Geen slechte dingen meer zien.

’s Ochtends
Sta ik op met lood in mijn benen. Drie uur slaap, vijf uur liggen woelen in bed. Kon er maar niet lekker in liggen, rusteloos van mijn gedachten die maar rondjes bleven rennen in mijn hoofd. Mijn hoofd. Een lege kom waar ik zelf dingen in blijf stoppen. Ik denk dat hij vol zit, maar er past altijd meer bij. Alsof je jezelf naar een grens duwt, denkt dat je niet verder kan, bijna de ondraaglijkheid ervan voelt, en dan val je en als je de grond tegen je lichaam voelt weet je dat je toch weer verder zal gaan, op weg naar een nieuwe grens. ’s Ochtends sta ik op met lood in mijn benen, omdat alle gedachten uit de kom mij wakker houden ’s nachts en ik tevergeefs naar de sterren heb gestaard.

Over jaloezie
Misschien wel het slechtste gevoel dat je voelen kan. Het enige goede dat je erin zou kunnen zien (met de nadruk op zou), is dat het betekent dat je om die ander geeft. Maar eigenlijk gewoon dodelijk onzeker bent en verschrikkelijk wantrouwend. Waarom ben ik jaloers? Omdat ik mezelf niet waardeer, omdat ik niet goed genoeg ben. Omdat jij teveel aandacht krijgt en er bovendien te veel om vraagt. Omdat je onschuldigheid gespeeld is, je gaf het laatst toe, weet je nog? En toen ontkende je weer. Stiekem vertrouw ik je niet. Ik vertrouw jou niet en die meisjes al helemaal niet. Waarom denk ik dat iedereen iets van je wil? Is het zo? Het is zo! Moet ik dat maar accepteren? Ja! Maar als ik dat accepteer dan geef ik niet meer om je. En ik weet dat dat waar is en dat weet je zelf ook. Ooit verbied ik je avonden als deze.

Maar wie wint er nou van stilte? Niemand toch.

No comments :

Post a Comment